Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele zet het licht op groen voor twee grote restauratieprojecten in Sint-Truiden. De Sint-Martinuskerk in Velm en het voormalige Refugiehuis van de Abdij Herkenrode in Sint-Truiden
‘De afgelopen decennia is de wachtlijst voor restauratiepremies steeds langer geworden. Door de regelgeving te wijzigen en in te zetten op standaardpremies die onderhoudswerken, beheerswerken en kleine totaalprojecten financieren en die een beperkte administratieve actie vragen, zorg ik ervoor dat de wachtlijst niet meer aandikt. Daarnaast wordt de historische wachtlijst afgebouwd. Deze twee projecten kwamen daarvoor in aanmerking.’, aldus minister Matthias Diependaele. ‘Investeren in ons onroerend erfgoed draagt in de eerste plaats bij tot werkgelegenheid in de bouw- en restauratiesector. Maar door ons patrimonium te gebruiken als cultureel en toeristisch uithangbord levert deze investering op termijn ook een economische meerwaarde op. We maken van Vlaanderen een aantrekkelijke plek om in te wonen, om te ondernemen, te bezoeken en van te genieten’.
Restauratie Sint-Martinuskerk
De Sint-Martinuskerk in Velm krijgt zowel een buiten- als een binnenrestauratie. De restauratie is dringend omdat de kerk kampt met stabiliteitsproblemen. Zo zijn er stabiliteitswerken voorzien aan de funderingen, de gevels en de dakstructuur. Ook de dakbedekking en de gevels worden gerestaureerd, inclusief het buitenschrijnwerk en de glas-in-loodramen. In de kerk zelf worden de bepleistering, de vloeren, het binnenschrijnwerk en het meubilair opgeknapt. Voor de restauratie van het interieur is een premie van 1.581.862,24 euro toegekend. De Sint-Martinuskerk in Velm is een eenbeukige classicistische kerk. De kerk werd gebouwd in 1783, en in 1912 vergroot door de aanbouw van een koor en een transept. De kerk bezit een Sint Anna te Drieën, een Madonnabeeld en een Sint-Barbara uit de 16de eeuw. Een monumentale bordestrap geeft toegang tot de kerk. Naast de kerk staat de pastorie. Het is een classicistisch dubbelhuis van 1783. De kerk en de pastorie zijn samen sinds 2005 beschermd.
Audit Vlaanderen
"Vreemd dat die opmerkingen over de jaarrekening in Velm maar blijven terugkomen", vroeg Gert Stas (Vooruit) zich de afgelopen gemeenteraad nog af. "We keuren de rekening eerst af, nu weer goed. Waarom blijft er daar trouwens zo'n groot investeringskrediet staan?" Schepen Jo Francois reageerde. "Ik kan niet in het hoofd van de kerkfabriek van Velm kijken, Die investeringsreserve zal nodig zijn. Velm is een van de belangrijkste dorpen van Sint-Truiden. Die kerk verkeert in slechte staat. We zullen daar dan ook het nodige moeten gaan doen. Wat? Tja, dat zal de komende maanden blijken." Het zijn dus eerder dagen geworden. Al is daar het laatste woord nog niet over gezegd. Want de buurman van de Sint-Martinuskerk is niemand minder dan eerste schepen van Sint-Truiden Jelle Engelbosch (N-VA). Hem hangt nog een forensisch onderzoek van de Audit Vlaanderen boven het hoofd. Onderwerp van het onderzoek: de onderhandse verkoop van de 'geitenweide' achter die voor anderhalf miljoen euro gesubsidieerde kerk. Af te wachten wat daar uit de bus zal komen.
Refugiehuis van de Abdij Herkenrode
Het Refugiehuis van de Abdij Herkenrode werd eind negentiende eeuw verbouwd tot schoolgebouw, het Sint-Trudo Instituut. Het staat al jaren leeg en wordt nu herbestemd tot woonproject met veel groen en open ruimte. Voor de restauratie van het interieur is een premie van 623.186,90 euro toegekend. De abdij van Herkenrode bezat drie refugiehuizen: één in Hasselt, een tweede in Sint-Truiden en een derde in Maastricht. De zusters konden er een veilig onderdak vinden in tijden van nood of oorlogsdreiging. De refugiehuizen werden ook gebruikt als verblijfplaats door de rentmeesters van de abdij die de tienden en pachten van de landerijen uit de omgeving inden. Het refugiehuis in Sint-Truiden is een patriciërshuis en het gebouw speelde een belangrijke rol in het beheer van de goederen van de abdij in de streek van Sint-Truiden. Een rentmeester van de abdij hield er zijn verblijf. In dit administratief centrum kwamen pachters en huurders hun pacht betalen zowel in natura als in geld; een gedeelte van dit refugie diende als stapelplaats voor graan.
Comments